More selected projects

INVENTARISEREND EN ONTWERPD ONDERZOEK
GENERALEBUURT EINDHOVEN


kansen in
transformatiewijken

Een inventariserend en ontwerpend onderzoek in de Eindhovense Generalenbuurt. Het is een typische Nederlandse woonbuurt, grotendeels gebouwd in de jaren 1963-1968. De buurt staat, net als veel andere Nederlandse wederopbouwwijken, aan de vooravond van belangrijke transities. De woningen en gebouwen moeten worden verduurzaamd en los worden gekoppeld van het gasnet.

 

De buurt zelf wordt opgenomen in een ecologische verbindingszone. Deze noodzakelijke veranderingen bieden kansen om de buurt klimaatbestendig te maken. Maar hoe? Kunnen de verschillende uitdagingen met elkaar worden verbonden? Zijn de bewoners te verleiden tot participatie en actie? Welke ruimtelijke scenario’s levert dit op?

cover generalebuurtkopiecover generalebuurtkopie

Dit inventariserend en ontwerpend onderzoek werd uitgevoerd in de periode van januari tot juni 2019. Het bestaat grotendeels uit drie delen: de inventarisatie van harde statistische gegevens (deel 1: Harde data), het verzamelen van wat wij zachte data noemen (deel 2: Zachte data) en de daaruit voorvloeiende toekomstscenario’s (deel 3: Toekomstscenario’s). Zachte gegevens ontbreken meestal in de statistieken waarmee we de kaartbeelden in deel 1 hebben gemaakt. Zachte data hebben voornamelijk betrekking op de subjectieve beleving van de buurt: de mening van bewoner, de verhalen en gevoelens, etc. Samen vormen harde en zachte data een verhaal over een buurt met betrokken bewoners.

Vervolgens hebben we in deel 3 (Toekomstscenario’s) gekeken naar mogelijke toekomstscenario’s voor de Generalenbuurt aan de hand van de benoemde en onderzochte thema’s: klimaatverandering, hittestress en energietransitie.Hiervoor zijn we ook met bewoners van de buurt in gesprek gegaan. Op basis van deze gesprekken zijn vijf profielen/persona’s opgesteld. Deze representeren de mening van een groep bewoners in de buurt die een globaal vergelijkbaar standpunt hebben. De visualisatie van deze profielen vormt de opmaat naar gesprekken over mogelijke toekomstscenario’s voor de buurt.

 

DEEL 1


 

7. transformatie generalebuurt groene, half verharde en verharde tuinen7. transformatie generalebuurt groene, half verharde en verharde tuinen

Kenmerkend voor de Generalenbuurt, en daarmee grofweg ook andere wijken uit diezelfde bouwperiode, is de ruime opzet. De buurt heeft letterlijk de ruimte. De buurt bestaat grotendeels – los van een aantal andere type gebouwen – uit eengezinswoningen met voor- en achtertuin en parkeerplek of garage. Ongeveer de helft van de voorraad is huurwoning. Door de erg lage mutatiegraad (huurders wonen er gemiddeld 20 of 30 jaar) voelen bewoners zich verbonden met de buurt. Toch verandert de samenstelling van de huishoudens. Er wonen steeds minder gezinnen in de eengezinswoningen. Steeds meer ouderen wonen in deze woningen, terwijl kinderen inmiddels het ouderlijk huis hebben verlaten. De bezetting van de huizen is dus aan de lage kant.

De groene publieke zones zijn geschikt om te functioneren als waterberging, waardoor het rioolstelsel minder wordt belast bij piekbuien. Door huidig groen aan te passen in de openbare ruimte kan er veel meer en ecologisch waardevoller groen komen. Door te schuiven met of door het verminderen van parkeerplekken kan er bovendien meer groen bijkomen. Het strategisch toevoegen van groen kan bijdragen aan een vermindering van hittestress. Ook kan groen helpen om luchtvervuiling tegen te gaan door op de juiste plek in de buurt luchtzuiverend/stofabsorberend groen te planten. Voor deze en andere ruimtelijke vraagstukken in de buurt gelden de vragen: wat vinden bewoners? Is er draagvlak? Hoe betrek je hen erbij

DEEL 2


 

De gesprekken met bewoners van de Generalenbuurt leveren het volgende beeld op. Men is over het algemeen bekend met grotere thema’s zoals klimaatverandering, hittestress en de energietransitie. Enerzijds is dat positief, maar anderzijds blijkt ook dat bewoners het als een vrij abstract thema ervaren. Het is een thema dat voor sommige nog ver weg staat van hun dagelijkse leven. Dat is bijvoorbeeld merkbaar wanneer het gesprek gaat over mogelijke veranderingen op stad- of wijk- of buurtniveau. Daar tonen bewoners weinig affiniteit mee. Wanneer de veranderingen in de vorm van toepassingen/ingrepen op kleinere schaal worden besproken, hebben bewoners er meer gevoel bij.

Hiervoor is het van belang dat de koppeling tussen probleem/verandering en de ingreep zo helder mogelijk is. Wanneer het belang of het voordeel voor een grotere groep is, zoals de hele buurt of de hele stad, dan neemt het draagvlak bij het merendeel van de bewoners om hier financieel of fysiek iets in te betekenen af. Tot slot blijkt uit de gesprekken met bewoners dat het voor een collectief draagvlak van belang is dat de verandering/ingreep ‘te begrijpen’ is. De thema’s en toekomstscenario’s moeten helder en begrijpelijk zijn voor de gemiddelde bewoner. Is dat niet het geval, dan neemt ook het draagvlak ervoor af.

DEEL 3


 

In het derde deel ligt de focus op mogelijke toekomstscenario’s voor de Generalenbuurt. Deze zijn vormgegeven aan de hand van een schematische doorsnede van een achtertuin, een huis, een voortuin, een stoep, een parkeerplek, een straat en een stuk openbaar groen. In deze doorsnede zitten plekken die voor de bewoners op verschillende manieren van belang zijn. Aan de hand van deze verschillende zones, die soms meer privé en soms meer publiek zijn, is er gesproken over mogelijke toekomstscenario’s, zoals vergroening, andere energievoorzieningen, verstenen, ontharden, meer ecologische waarde, etc.

Enerzijds hebben we gekeken naar hoe bewoners hier zelf tegenaan kijken. Wat is hun idee, wat is het ideale toekomstscenario voor zichzelf op en rond hun eigen woning of voor de rest van de buurt?

Op basis van deze gesprekken zijn vijf profielen, zogenaamde ‘persona’s’, geformuleerd. Deze representeren de mening van bewonersgroepen in de buurt die globaal een vergelijkbaar standpunt innemen.
Op basis van deze profielen schetsen we vijf toekomstscenario’s voor de Generalenbuurt, waarbij het standpunt van de persona in een extreme vorm is doorgevoerd. Door dit te overdrijven worden er ook extreme beelden van de buurt geschetst: hoe ziet de buurt er bijvoorbeeld uit als er volledig wordt ingezet op meer parkeerplekken en geplaveide voortuinen? Onderdeel van deze profielen en de daarbij horende toekomstscenario’s zijn de eerdergenoemde thema’s zoals hittestress, klimaatverandering en de energietransitie. Zo levert een toekomstig buurtscenario waarbij alle tuinen worden onthard een situatie op waarin de buurt optimaal kan functioneren als waterberging.

NASLAGWERK


 

PROJECT INFO


PARTNER LOGO


 

IN OPDRACHT VAN
→ van Architectuurcentrum Eindhoven

 

KLANKBORDGROEP
Angelique Bellemakers  (woningcorporatie Woonbedrijf);
Douwe Boonstra  (Studio M10);
Thijs van Spaandonk  (Bright/The Cloud Collective);
Leonne Cuppen  (bestuur Architectuurcentrum Eindhoven)
René Erven  (coördinator Architectuurcentrum Eindhoven)